Begeleider ouderenzorg Soraya

Incontinentie bij een dementerende cliënt. De begeleidster kan niet steeds de cliënt naar het toilet begeleiden.

De afdeling van het verzorgingshuis waar Soraya werkt lijkt heel gemoedelijk. In de gezellige huiskamer staat een nette bank met daarop een pluche kat, gemakkelijke leunstoelen en er hangen vrolijke schilderijtjes aan de muur. Het ruikt er nog lekker naar de pannenkoeken die Soraye heeft staan bakken. Een uurtje geleden hebben de 8 cliënten de pannenkoeken aan de eettafel zitten eten.
Toch is dit maar een momentopname want deze rustige sfeer kan van het ene op het andere moment omslaan.
Soraya werkt op een gesloten afdeling met dementerende bewoners.

Na de drukke maaltijd waarbij meneer de Vries niet meer wist hoe hij moest slikken, mevrouw Jansen in slaap viel en twee andere dames het flink met elkaar aan de stok kregen over de stroop op de pannenkoek is het nu weer rustig. Vijf van de bewoners zijn naar hun eigen kamer voor een middag dutje. Meneer de Vries loopt met zijn rollator de gang op en neer. En de twee dames die aan tafel net nog slaande ruzie hadden om de stroop zitten samen op de bank naar een natuurdocumentaire op de TV te kijken.

dementie
dementie

Nadat ze de etensrommel heeft opgeruimd kijkt Soraya op de gang naar meneer de Vries en ziet dat zijn hele broek nat is. Meneer de Vries zou eigenlijk een incontinentiebroek moeten dragen want van de 5 keer dat hij naar de WC moet vergeet hij tegenwoordig toch zeker zo’n twee keer om te gaan. Zijn dochter is al een paar maal verontwaardigd naar Soraya gekomen omdat haar vader met een door urine doordrenkte broek rond liep. Ze vindt dat de begeleiding haar vader vaker moet herinneren naar het toilet te gaan.

Soraya heeft vanochtend nog geprobeerd om de incontinentiebroek bij meneer de Vries aan te doen.
Ze wist dat ze het grootste deel van de dag alleen op de groep zou zijn en echt niet steeds in de gaten zou kunnen houden of meneer naar de WC moet. Meneer de Vries werd vanochtend heel verdrietig en wilde echt de “luier” zoals hij het noemde niet aan. Soraya heeft daarom maar geen speciale broek aangedaan.

Soraya weet dat de dochter van meneer de Vries zo zal komen. Ze wil daarom snel meneer een schone broek aan helpen doen. Wanneer ze meneer de Vries mee wil nemen naar zijn kamer weigert hij dit echter. Soraya probeert hem wel vriendelijk over te halen met haar mee te gaan om een schone broek aan te doen maar meneer de Vries zegt dat het niet hoeft. Er is volgens hem niets aan de hand. Hij wordt zelfs een beetje opstandig en geeft Soraya een duw wanneer zij hem vriendelijk bij de arm pakt om hem mee nemen.

Soraya twijfelt wat ze nu zal doen.

Wat zou jij doen in deze situatie?
388 votes
KEUZE!
×

Kwalificaties MBO 2016

Kwalificatiedossier Maatschappelijke Zorg

B1-K1-W2: Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging

Werkproces
B1-K1-W2: Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging
Omschrijving
De beroepskracht maatschappelijke zorg ondersteunt de cliënt bij het realiseren van doelen ten aanzien van de persoonlijke lichamelijke verzorging, toiletgang, mobiliteit en het slaap/waakritme. Ze zorgt er voor dat de cliënt zo veel mogelijk zelf de regie kan voeren en naastbetrokkenen zo veel mogelijk zelf kunnen doen en vult waar nodig aan. Ze sluit hierbij aan bij de eigen kracht, mogelijkheden en beleving van de cliënt en naastbetrokkenen. Ze ondersteunt het optimaal lichamelijk en geestelijk welbevinden van de cliënt door gebruik te maken van aangepaste materialen en ruimten. Ze werkt aan het onderling vertrouwen en biedt de cliënt de mogelijkheid om persoonlijke en/of intieme vraagstukken te bespreken. Ze toont voorbeeldgedrag en biedt de cliënt mogelijkheden om vaardigheden te leren. Ze is er alert op dat gedrag veroorzaakt kan worden door fysieke problemen of ongemakken. Zij observeert en signaleert veranderingen in gedrag en gezondheid, beredeneert vervolgens welke volgende stappen genomen moeten worden en onderneemt de benodigde stappen. Ze rapporteert bijzonderheden.
Resultaat
De cliënt en naastbetrokkenen zijn respectvol benaderd en hebben passende ondersteuning ontvangen bij de persoonlijke verzorging.
Gedrag
De beroepskracht maatschappelijke zorg:
  • creëert adequaat mogelijkheden voor de cliënt om zich op het gebied van persoonlijke verzorging te ontwikkelen en doelen te bereiken;
  • toont begrip voor de mening en gevoelens van de cliënt ten aanzien van zijn uiterlijk en persoonlijke hygiëne;
  • gaat tijdens de persoonlijke verzorging discreet om met de privacy van de cliënt;
  • voert de benodigde handelingen snel en accuraat uit volgens ergonomische voorschriften.
Competenties
De onderliggende competenties zijn: Begeleiden, Aandacht en begrip tonen, Ethisch en integer handelen, Vakdeskundigheid toepassen
Kwalificatiedossier Maatschappelijke Zorg

B1-K1-W3: Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden

Werkproces
B1-K1-W3: Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden
Omschrijving
De beroepskracht maatschappelijke zorg ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden. Zij overlegt met de cliënt en naastbetrokkenen welke taken/werkzaamheden de cliënt zelf doet en welke ondersteuning door anderen wordt gedaan. Zij zorgt ervoor dat de cliënt en naastbetrokkenen zo veel mogelijk zelf doen. Zij ondersteunt de cliënt o.a. bij het omgaan met geld, de organisatie en/of het uitvoeren van lichte huishoudelijke schoonmaakwerkzaamheden, het doen van inkopen, het beheren van voorraden, het bereiden van maaltijden, het opmaken van bedden, het wassen en strijken van kleding en textiel, het realiseren van een optimaal woon en leefklimaat en bij mobiliteitsvraagstukken. Cliënten die een gemeenschappelijk huishouden voeren begeleidt zij bij het gezamenlijk uitvoeren van de werkzaamheden. Ze voorziet in de voorwaarden om de cliënt te laten oefenen of experimenteren met ander gedrag of nieuwe, huishoudelijke vaardigheden. Ze geeft het goede voorbeeld. Ze zorgt er in samenwerking met de cliënt en betrokken instanties voor dat benodigde materialen en middelen beschikbaar zijn en creëert samen met de cliënt een wenselijke leefsituatie en veilige omgeving.
Resultaat
De cliënt heeft passende ondersteuning ontvangen op het gebied van wonen en huishouden.
Gedrag
De beroepskracht maatschappelijke zorg:
  • vraagt de cliënt en naastbetrokkenen doelbewust naar hun mogelijkheden en wensen om goed aan te kunnen sluiten bij hun(fysieke, psychische en mentale) mogelijkheden en behoeften;
  • motiveert de cliënt doelbewust om uitdagingen gericht op zijn ontwikkeling bij wonen en huishouden aan te gaan;
  • gaat zorgvuldig en netjes om met de materialen en middelen;
  • werkt zorgvuldig volgens de voorgeschreven procedures en hygiëne
  • en veiligheidsvoorschriften;
  • voert berekeningen over de kosten bij inkopen en het beheren van voorraden nauwkeurig uit (het doen van inkopen & beheer voorraden);
  • overlegt tijdig met betrokken instanties.
Competenties
De onderliggende competenties zijn: Begeleiden, Materialen en middelen inzetten, Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten, Instructies en procedures opvolgen, Vakdeskundigheid toepassen, Samenwerken en overleggen